Ameisenkolonie is een goede plaats om die wezens te vinden die je misschien nooit gekend hebt.” hij is klaar met schrijven en geeft het aan mij. Ik neem het papier aan en begin de bladzijde om te slaan, maar lang voordat ik bij het einde ben. “En wie weet wat…laten ze je nog andere interessante dingen zien. De wereld van de mieren is tenslotte groter dan je denkt.” “We zullen zien, Beyer.” zeg ik, niet echt lezend wat hij geschreven heeft, maar opgewonden door zijn woorden vanwege de hemelse lucht in de kamer. “Als je Ant hotel in je inventaris wilt houden, koop het dan alsjeblieft. En zeg me hartelijk dank voor de rit naar beneden.” “Dank u.” antwoord ik, op een manier die op de een of andere manier de spot drijft met de hele situatie. Ik zal gewoon mijn best moeten doen om hem nooit meer te laten opduiken.
RAW-plakgegevens
Ik luister aandachtig naar de voetganger die met de man te voet spreekt. Ik kan niet alles verstaan van wat hij zegt, maar op de een of andere manier begrijp ik hoe graag hij gezien wil worden, dankzij zijn zachte en toch scherpe alledaagse stem. Ik begrijp niet of hij al vele jaren op dezelfde plek werkt als ik. Ik denk dat het een van de redenen is waarom hij zo ontspannen lijkt in de omgeving, maar het verklaart ook waarom hij zo terughoudend lijkt om iets te erkennen dat zo brutaal voor hem is. Ik hou van deze man. Het spijt me, ik ben het. Als je luistert. Dit is een openbare ruimte. Je mag de wandelstok gebruiken, maar je mag haar of de man niet vasthouden. Ik haat deze heer van Los Angeles code echt. Ik heb altijd het gevoel dat ik een dek vol wrede grappen en psycho dingen heb die ik moet plaatsen elke keer als ik over deze stoep loop. Dat is hoe vrijheid voor mij voelt. Het voelt zo goed als ik de man niet hoef te compenseren die zijn auto ergens beter parkeert dan naast een geparkeerde politieauto. Zonder gekheid. Ik hou van aardige mensen, maar ik heb liever dat ze nee kunnen zeggen. Als je ze de kans geeft om je opzij te schieten, dan zullen ze niet glimlachen. Dat is waarom je die irritante straatgraffiti in mijn richting ziet. Soms is het zo duidelijk. Het is weg nu we eindelijk zover zijn, maar soms bestaat die drang om de groentjes/nieuwelingen voor schut te zetten nog steeds. De vrouw op de reddingsstok steekt haar hand uit om de mijne te schudden, dus pauzeren we met ons gesprek om haar aan te kijken. Kijk ik echt door haar heen? Heb ik mijn camera niet ergens anders? Kun je haar laten gaan voordat ik iets stoms doe? Ik ben op geen enkele manier domme oom Matt en het is belangrijk om rekening te houden met de tegenstander hierboven. Dus merkt ze me op? Ze lijkt geïnteresseerd te zijn in wat ik te zeggen heb, maar ik vraag me af waarom. Ik denk niet dat ze beledigd is, maar ergens achter al dat liplikken en naar lucht happen eindigt ze toch ergens in een lachbui. Beledig ik haar? Je weet wat ik denk, maar ik laat het haar niet zien. Het is niet alsof ze me zou kunnen lezen als ze dat deed. Ik maak van de gelegenheid gebruik om uit het Engels te vertalen. Ik begrijp dit deel van de verplichting niet echt, ondanks dat ik in betere D.A.R.E. programma’s heb gezeten. Tot nu toe heb ik alleen sarcasme gecommuniceerd en de informatie die ik kan halen uit het feit dat we allebei in een “Mierenhotel” zitten. Waar zou het Zuiden gek van worden na een aanval van reusachtige humanoïde insecten? Wat dacht je van kleurige auto’s die uit de lucht vallen en iedereen van mijn lengte jaloers maken – voel je je als Donald Trump die met alles wat je hebt danst op ‘Get Better’?
lees meer: